Hopeloos hopen

2 mei 2021
Ds. Dennis Mohn
Marcus 5:21-42
Print Friendly, PDF & Email

Samenvatting

Marcus plakt een verhaal tussen een ander verhaal. Daarom zijn het dus eigenlijk twee verhalen. Het begint met het verhaal van de dochter van Jaïrus die op sterven lag. Ertussen zit het verhaal van de vrouw die lijdt onder bloedverlies (we noemen haar Betsy). En het eindigt weer bij Jaïrus.

Betsy was hopeloos en zonder vermogen. Maar ze heeft nog één laatste hoop. Ze hoort over deze Jezus die kwam om een bepaald koninkrijk te verkondigen. En ze raakt Zijn kleren aan en werd meteen beter.

Jaïrus was iemand met vermogen. Jaïrus kwam Jezus even halen zodat Jezus zijn macht met hem kon delen om zijn dochter te genezen. Maar Jezus had geen haast had om bij het huis van Jaïrus te komen. In de tussentijd overleed de dochter. Jezus gaat uiteindelijk wel naar het huis en brengt haar terug uit de dood. Degene die eerst hoopvol was, vervolgens hopeloos werd, had nu weer nieuwe hoop.

Het punt van deze twee in elkaar verweven verhalen is dit: Het koninkrijk van God breekt uit als de hopelozen hoop hebben. En het koninkrijk van God breekt uit als de hoopvollen hopeloos worden, zodat ze nieuwe hoop kunnen hebben.

Dit hele gebeuren laat ons zien dat hopeloosheid een geweldige plek is voor het koninkrijk om uit te breken. Waar het koninkrijk meestal wat moeite heeft om uit te breken is onder mensen die hoopvol zijn. En we zijn allemaal soms die mensen die het, afhankelijk van de omstandigheden, wel prima hebben. Niet iedereen is hopeloos. Niet iedereen heeft het moeilijk. De hoop ligt dan vooral in het vermogen om dingen zelf voor elkaar te krijgen. En alles wat we van het koninkrijk van God vragen is: keer op keer geraakt worden, aangesproken, getriggerd, aan het denken gezet, verrast, het wow-effect, de beleving… een koninkrijk dat vooral vermaakt.

De crisis van het afgelopen jaar heeft velen van ons gezegend met hopeloosheid. Velen hebben moeten ontdekken dat ze het zelf niet meer voor elkaar kregen. En in deze hopeloosheid hebben velen Jezus weer helemaal opnieuw leren kennen – dieper, mooier, krachtiger, intiemer, houdbaarder, hoopvoller. Ze hebben zich opnieuw overgegeven aan Jezus en vertrouwen Hem vernieuwd.

Tegelijkertijd heeft deze crisis voor anderen ook geopenbaard dat ze wel heel veel zelf aankunnen uit eigen vermogen. Ik red me wel. Maar de vraag is: is dat dan niet eigenlijk jouw crisis? Jezelf gered. Te ontdekken dat je Jezus eigenlijk niet nodig lijkt te hebben. En ben je dan eigenlijk niet ook gewoon hopeloos?

Het verhaal in Marcus 5 gaat dus niet alleen over Betsy die hopeloos was en een nieuwe hoop gevonden had. Maar het gaat ook over Jaïrus die hoopvol was, die in hopeloosheid terecht moest komen, zodat Jezus hem bij een andere, nieuwe hoop kon brengen. Zowel degene zonder vermogen als degene met vermogen, allebei hebben ze Jezus nodig.

Vragen

  1. Met welke van de twee zou je je meer identificeren? Betsy of Jaïrus. In welke situatie was je meer een Betsy en in welke meer een Jaïrus?
  2. Durf je hopeloos te zijn? Wat betekent het voor jou om op te geven? Durf je toe te geven dat je het zelf niet redt en te vertrouwen op wat zich dan openbaart?
  3. Zowel degene zonder vermogen als degene met vermogen hebben Jezus nodig. Hoe zou dat nog meer vorm kunnen krijgen in het leven?